Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

• Check Oorzaken Overgewicht  en
• Behandel overgewicht 

Mensen met obesitas verwijzen
Naast het inzetten van een gecombineerde leefstijlinterventie kun je ook verwijzen naar een diëtist, fysiotherapeut, welzijnsorganisatie of laagdrempelig beweegaanbod. Bekijk onderstaand overzicht voor het aanbod van welzijnsorganisaties en beweegaanbod in jouw gemeente: 

• De patiënt krijgt 2 jaar lang professionele hulp om gezonder te gaan leven. 
• De patiënt krijgt hulp van een GLI-zorgverlener. 
• De kosten voor het GLI-programma worden vergoed uit de basiszorgverzekering.

Volwassenen met ten minste een matig verhoogd gewichtgerelateerd gezondheidsrisico (NHG richtlijn Obesitas en Zorgstandaard Obesitas) kunnen verwezen worden naar een GLI programma.

Voorwaarden voor verwijzing naar een GLI programma: 

• De patiënt is boven de 18 jaar en voldoet aan één van de landelijk opgestelde inclusiecriteria: 
  • BMI tussen 25 en 35 kg/m² i.c.m. een grote buikomvang (≥ 88 cm voor vrouwen; ≥ 102 cm voor mannen)
  • BMI tussen 25 en 35 kg/m², met een normale buikomvang, i.c.m. comorbiditeit*
  • BMI vanaf 35 kg/m² ongeacht buikomvang, ongeacht comorbiditeit*
    
    *hypertensie, dyslipidemie, diabetes, cardiovasculaire aandoeningen, artrose, slaapapneu 
    
    
• De patiënt heeft voldoende motivatie om 2 jaar aan een GLI programma deel te nemen. 

De huisarts (of praktijkondersteuner) verwijst de patiënt naar het GLI BeweegKuurteam, bestaande uit een diëtist, fysiotherapeut en een leefstijlcoach. Zij bieden gezamenlijk het tweejarige programma van de BeweegKuur aan. Na verwijzing heeft de patiënt eerst een intake bij de leefstijlcoach. De huisarts ontvangt na de intake bericht van de leefstijlcoach of de patiënt daadwerkelijk gaat starten met de BeweegKuur. 
 
Binnen de 2 jaar van het programma werkt de patiënt in groepsverband aan een gezondere levensstijl en wordt hij/zij hierbij bovendien individueel begeleid door de leefstijlcoach. Het programma richt zich op een combinatie van psyche, voeding en beweging. Bekijk hier het programma BeweegKuur en klik hier voor BeweegKuur 2.0. 

In onderstaand overzicht lees je welk BeweegKuur team in je regio actief is en hoe je naar de teams kan verwijzen. 

Bekijk op de kaart

• Krijg 2 jaar lang professionele hulp om gezonder te gaan leven. 
• Krijg 2 jaar lang hulp van een GLI-zorgverlener.

• Goede kans dat je afvalt, gezonder wordt en blijft. 
• Minder kans om ziek(er) te worden. 
• Beter en fitter voelen. 

• Je bespreekt je doelen: wat wil je straks kunnen, hoe wij je je voelen, wat wil je bereiken?  
• Je ontmoet mensen die ook bezig zijn met gezonder worden. Je komt ongeveer 12 keer met een groep bij elkaar. 
• Je volgt groepslessen over eten, bewegen, stress, ontspannen en goed slapen. 
• Je leert wat voor jou moeilijke momenten zijn en hoe je daarmee om kunt gaan. 
• Je krijgt één op één gesprekken met de leefstijlcoach, diëtist of fysiotherapeut. 
• Je leert gezonder eten: hoe kun je dat doen, wat is voor jou lekker, gezond en goedkoop. 
• Je leert hoe je in jouw dagelijks leven meer kunt bewegen. Je kunt bijvoorbeeld gaan kijken en meedoen bij sportclubs en beweegclubs bij jou in de buurt. Zo kan je uitproberen wat je leuk vindt. 

De huisarts/POH verwijst de patiënt, via ZorgDomein, naar een team in de regio. Alle GLI teams in de ZEL regio kunnen gevonden worden in ZorgDomein.

Let op: je kunt je patiënt direct naar het GLI programma verwijzen. Dit verloopt niet via ZEL.

De leefstijlcoach benadert de patiënt na verwijzing om een intakegesprek in te plannen. De huisarts ontvangt na de intake bericht van de leefstijlcoach of de patiënt daadwerkelijk gaat starten met het GLI programma. 

• Rapportage bij start GLI-traject: 
  • Leefstijlcoach: Binnen vier weken na de intake stuurt de leefstijlcoach een eerste rapportage naar de huisarts. Deze rapportage bevat het behandelplan, de doelen van het traject en eventuele bijzonderheden die relevant zijn voor de behandeling. 
  • Huisarts: De huisarts zorgt voor een duidelijke doorverwijzing en eventuele relevante medische informatie die kan bijdragen aan het opstellen van het behandelplan. 
• Tussentijdse rapportages bij bijzonderheden: 
  • Leefstijlcoach: Bij belangrijke ontwikkelingen, zoals onvoldoende voortgang of de wens om aanvullende behandelingen (zoals Saxenda) te starten, brengt de leefstijlcoach de huisarts op de hoogte gebracht via een extra tussentijdse rapportage. 
  • Huisarts: Verwacht wordt dat de huisarts actief reageert op deze tussentijdse rapportages. Vooral wanneer er vervolgzorg nodig is, zoals verwijzingen naar andere specialisten. 
• Eindrapportage na afronding van het GLI-traject: 
  • Leefstijlcoach: Aan het einde van het traject stuurt de leefstijlcoach een uitgebreide rapportage naar de huisarts. Hierin staan de behaalde resultaten, eventuele adviezen voor verdere begeleiding en tips voor het onderhouden van de bereikte veranderingen. 
  • Huisarts: De huisarts verzorgt, indien nodig, een opvolgafspraak met de patiënt om de resultaten van het GLI-traject te bespreken en eventuele verdere stappen te bepalen. 
• Optionele rapportage na 1 jaar: 
  • Leefstijlcoach: Wanneer er na 1 jaar nog zorgen zijn over de voortgang, zoals onvoldoende resultaat, kan de leefstijlcoach een optionele rapportage aan de huisarts sturen. Dit is niet verplicht als het traject succesvol is verlopen. 
  • Huisarts: De huisarts neemt vervolgens contact op met de patiënt indien de rapportage van de leefstijlcoach aangeeft dat verdere begeleiding of een andere aanpak gewenst is. 

Sinds de zomer van 2022 worden de medicijnen Liraglutide en Naltrexon/bupropion onder strikte voorwaarden vergoed vanuit het basispakket bij patiënten met obesitas met als doel gewichtsreductie. Voor de samenwerking tussen de zorgverleners in de huisartsenpraktijk op dit vlak heeft ZEL een voorstel stappenplan opgesteld. Zie hiervoor:
 

• Het document “GLI-richtlijn – Inzet Liraglutide (Saxenda®) bij obesitas” en de praktische uitwerking hiervan in twee stroomschema’s.
• Het stappenplan is een voorstel, dat kan dienen als hulpmiddel. Het doel van het document is om de samenwerking tussen de GLI-zorgverleners, bij deze specifieke patiëntengroep, te versterken met een duidelijke taakverdeling.

Betrokken zorgverleners zijn vrij om hier hun eigen draai aan te geven, waarbij het belangrijk blijft dit lokaal onderling goed af te stemmen. Bovendien is ook het niet voorschrijven van Liraglutide een optie.

Gezien de zeer beperkte ervaring met Naltrexon/bupropion en de vele contraïndicaties, heeft ZEL besloten om hier vooralsnog geen verdere aanbevelingen over te doen.