Kindermishandeling en huiselijk geweld ​

In de Wet op de Jeugdzorg wordt kindermishandeling als volgt omschreven:
“Kindermishandeling is elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.”

Er zijn vijf vormen van kindermishandeling:
  • Lichamelijke mishandeling
    Alle vormen van lichamelijk geweld, zoals schoppen en slaan.
  • Emotionele of geestelijke mishandeling
    Een volwassene scheldt het kind vaak uit, doet afwijzend en vijandig tegen het kind of maakt het opzettelijk bang.
  • Lichamelijke verwaarlozing
    Het kind krijgt niet de zorg die het nodig heeft.
  • Emotionele of geestelijke verwaarlozing
    Het kind krijgt te weinig positieve aandacht. De ouders of verzorgers negeren de behoefte van het kind aan liefde, warmte en geborgenheid. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer een kind getuige is van geweld tussen ouders.
  • Seksueel misbruik
    De volwassene raakt het kind op een seksuele manier aan.

Maakt u zich zorgen om een kind, een volwassene of een oudere vanwege vermoedelijke mishandeling of verwaarlozing? Blijf er niet mee rondlopen.

  • Is er sprake van direct gevaar (bijvoorbeeld letsel of wapengebruik)? Bel 112.
  • Is er sprake van seksueel geweld? Bel Centrum Seksueel Geweld via 0800 0188
  • Heeft u nu hulp of advies nodig? Bel Veilig Thuis via 0800-2000.

Signalen van mishandeling of verwaarlozing zijn helaas vaak moeilijk te herkennen. Zo kunnen de meeste signalen ook op een andere zorgvraag wijzen. Misschien is er inderdaad niets aan de hand, maar wat als uw zorgen wél terecht zijn?

U heeft een professionele verantwoordelijkheid om bij twijfels en vermoedens van mishandeling en/of geweld de meldcode te starten. Deze wettelijk verplichte meldcode is een stappenplan over hoe om te gaan met (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode is iets anders dan de meldplicht. U hoeft bij twijfels namelijk niet direct bij Veilig Thuis te melden.

In het ZEL Protocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld staat informatie over dossiervoering, toestemming, uitleg van de 5 stappen van de meldcode, tips en belangrijke afwegingsmomenten voor de verdere aanpak van de situatie.

De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vormt de professionele norm voor zorgverleners. De meldcode en de Kindcheck helpen u bij het maken van de afweging wanneer, bij wie en hoe u aan de bel trekt bij vermoedens van kindermishandeling.

Meldcode 
Als eerstelijns
 zorgverlener bent u sinds juli 2013 verplicht om de meldcode te gebruiken bij vermoedens van kindermishandeling. Hieronder vindt u een link naar een filmpje (Klik op het plaatje) met uitleg over de meldcode.

De meldcode bestaat uit vijf stappen:

  1. Signalen in kaart brengen
  2. Overleggen met collega’s (zo nodig ook met Veilig Thuis of een letseldeskundige)
  3. Gesprek voeren met de patiënt en/of met de ouders
  4. Aard en ernst van de kindermishandeling wegen. Bij twijfel overleggen met Veilig Thuis
  5. Beslissen: hulp organiseren of melden

Het stroomdiagram hieronder geeft het afwegingskader aan dat hoort bij stap 5 van de meldcode (Beslissen: hulp organiseren of melden).


 

Bron: Drs. Tjitske van den Bruele

 

Kindcheck 
Ook als
u enkel met volwassen cliënten of patiënten werkt, kan het voorkomen dat u zich zorgen maakt om kindermishandeling. Bijvoorbeeld als uw patiënt ernstige psychische problemen, drugs- of alcoholverslaving of een gewelddadige partner heeft. In zo’n geval doet u de Kindcheck. Dit geldt uiteraard ook bij patiënten die een partner hebben die geweld gebruikt.

Wanneer u vermoedt dat de situatie van de patiënt mogelijk risico’s oplevert voor kinderen die van hem of haar afhankelijk zijn, doorloopt u de drie stappen van de Kindcheck. Zo schat u in of er kinderen in huis zijn en of zij risico lopen.

De stappen van de Kindcheck:

  1. Ga in gesprek met de patiënt
    a. Vraag of er minderjarige kinderen bij hem/haar in huis wonen.
    b. Vraag met wie de patiënt de zorg voor deze kinderen deelt.
    c. Onderzoek samen met de patiënt of het lukt, ondanks de situatie, om de kinderen voldoende verzorging, zorg en veiligheid te bieden.
    d. Vraag of de patiënt daar hulp bij heeft en of hij (meer) hulp wenst.
    e. Vraag aan de patiënt of hij/zij een (ex)partner heeft met kinderen waar hij geregeld aanwezig is.
    f. Vraag aan de patiënte of zij mogelijk zwanger is.
  2. Zijn uw zorgen over de mogelijke ernstige schade voor de kinderen weggenomen?
  3. Blijft u zorgen houden na het gesprek met de patiënt? Zet dan de stappen van de Meldcode.

Lees hier de handleiding Kindcheck voor meer informatie.

Handige links

Veilig Thuis
Veilig Thuis Rijnmond – 010 – 412 81 10
Veilig Thuis Haaglanden – 070 – 346 97 17
Centrum Seksueel geweld – 0800- 0188

Voor patiënten
Veilig Thuis – 0800 – 2000

Projectleiding Aanpak Kindermishandeling ZEL
Algemeen programmamanager Antoinet Smallegange: asmallegange@zel.nl

Wat vond je van deze pagina?