Actualisatie werkwijze tromboflebitis in 1e lijn RdGG

Patiënten krijgen de diagnose tromboflebitis meestal via de huisarts. De diagnose wordt in principe gesteld op de klinische blik. Wanneer er twijfel is over de klinische diagnose, of verdenking bestaat op een uitbreiding naar DVT, wordt meestal een echo aangevraagd.  

Hoe gaat het nu?  
Het komt vaak voor dat de radioloog patiënten bij een positieve echo (tromboflebitis ≥ 5 cm) verwijst naar de SEH. Het is echter een eerstelijns probleem, waarvoor een dito eerstelijns behandeling is (zie richtlijn NHG).  
  
Nieuwe ontwikkelingen & nieuwe praktische afspraken 
Gebaseerd op recente literatuur en ontwikkelingen op het gebied van tromboflebitis zijn we met de arts van de trombosepoli, de afdeling radiologie en in samenspraak met het huisartsenoverleg team tot nieuwe praktische afspraken gekomen. Klik hier voor de 'Behandeling van tromboflebitis: Regionale afspraken Delft e.o. (zie bijlage ‘Behandeling van tromboflebitis. Regionale afspraken Delft e.o.’).  
  
Nieuwe afspraken vanaf 22 juli a.s.  

• Als een indicatie bestaat voor een spoedecho belt de huisarts de afdeling radiologie voor een spoedafspraak echo op dezelfde dag. Zorg ervoor dat de uitslag u bereikt en geef bij de aanvraag aan dat u de patiënt zelf wilt behandelen in geval de echo een tromboflebitis ≥ 5 cm laat zien. Vertel dit ook aan de patiënt zelf. Geef het telefoonnummer (bij voorkeur 06-nummer) door waarop de radioloog u of uw collega/ waarnemer gedurende de rest van de dag kan bereiken;  
• De huisarts maakt ook direct een verwijzing voor bloedonderzoek (tenzij recent al tenminste eGFR bepaald is): volledig bloedbeeld, leverfunctie (ASAT, ALAT, LDH) en nierfunctie (Kreat /eGFR).  
  In het geval van een voor tromboflebitis positieve echo-uitslag wordt de patiënt door de radioloog doorgestuurd voor het al aangevraagde bloedonderzoek (i.v.m. opstarten antistolling) zodat de huisarts snel beschikt over de uitslagen. 
• Bij een positieve bevinding tromboflebitis neemt de radioloog telefonisch contact met de huisarts op; bij een positieve bevinding DVT zal de voor u gebruikelijke route gevolgd worden. 
• De huisarts start dezelfde dag de behandeling met anticoagulantia in het geval van een tromboflebitis ≥ 5 cm of bij bepaalde risicofactoren voor uitbreiding naar DVT (VG met DVT, leeftijd > 75 jaar, man, actieve kanker, afwezigheid van recent trauma, zwangerschap, afwezigheid van varices) (klik hier voor de ‘Behandeling van tromboflebitis. Regionale afspraken Delft e.o.’ en het stroomschema); met advies controle-afspraak rond de 4e-5e week. 

N.B.: wanneer sprake is van een tromboflebitis geluxeerd door venflon (te duiden als complicatie) dient de patiënt naar de betrokken/ verantwoordelijk specialist verwezen te worden om verder beleid in gang te zetten. 

Bij vragen kunt u contact opnemen met Merel van Esch (015-2603406) of Marleen de Graaf (015-2604304) of antistolling@rdgg.nl.